Intermodaliteit cruciaal voor haven

De liberalisering van de spoorwegen begin 2007 wordt bijzonder belangrijk voor distributieregio's zoals Antwerpen of Rotterdam. Dat benadrukte Dirk Lannoo, tweede man bij de logistieke groep Katoen Natie, op tijdens een colloquium rond logistiek, georganiseerd door de Vereniging voor Logistiek (VIL) en Nederland Distributieland (NDL). Op dat ogenblik mag volgens hem een echte schok verwacht worden.

"Er wordt verondersteld dat het vervoeren van een vrachtwagenlading tussen Antwerpen en Milaan op dat ogenblik nog 450 euro zal kosten," stipte Dirk Lannoo aan. "Dat is minder dan de helft van het transport over de weg. Een dergelijke evolutie biedt bijzondere kansen voor binnenland-terminals."


Maar Lannoo benadrukte daarbij ook dat de havenbesturen van Rotterdam en Antwerpen zich meer zouden moeten richten op de distributiecentra van grote bedrijven. "Wanneer die zich ergens vestigen, mag men een verankering voor een langere termijn verwachten," voerde hij aan. "Maar op dit ogenblik houdt men de ogen teveel gevestigd op de rederijen." Hij liet verstaan dat er wel bijzonder veel geluisterd wordt naar de wensen van die rederijen. "Een boot kan echter morgen de deur van de haven voorbijvaren," waarschuwde hij.

Het colloquium wilde achterhalen of de havens van Rotterdam en Amsterdam er goed aan doen om gezamenlijk promotie te voeren, zodat ze als één geheel duidelijker op de wereldkaart zouden staan en daarmee ook een sterkere positie zouden kunnen innemen. "Ik vrees dat dergelijke samenwerking niet voor morgen zal zijn," wierp Lannoo echter op. "Men mag ook niet verwachten dat de overheid contracten bij de bedrijven aan huis brengen. Dat moeten ze zelf doen."

Ook andere sprekers uitten hun twijfels over een snelle haalbaarheid van een grondiger samenwerking tussen Antwerpen en Rotterdam. "In België wordt al geredetwist tussen Antwerpen, Zeebrugge en Gent," merkte Roger Roels, regionaal directeur van P&O Ports op. "In Nederland is dat al evenzeer het geval tussen Rotterdam, Amsterdam en Vlissingen. Wanneer die gevechtjes opgelost zijn, kan er misschien met meer kans op succes gepraat worden over de grens heen."

Onenigheid tussen beide landen over dossiers als de Ijzeren Rijn en de Scheldeverdieping waren volgens een aantal sprekers al evenmin erg hoopgevend. "Logistiek wordt nochtans één van de belangrijkste troeven voor economische gebieden," meende John Dejaeger, gedelegeerd bestuurder van BASF Antwerpen. "We hebben hier al een fantastische infrastructuur. Die zal activiteiten blijven aantrekken, maar er zal absoluut gewerkt moeten worden aan de randvoorwaarden om onze positie te kunnen behouden."

Ook Dejaeger wees daarbij op het probleem van de congestie en de intermodaliteit. "Indien we er in zouden slagen om dedicated treinen te kunnen organiseren, zouden de transporten op weg naar buitenlandse bestemmingen niet langer op vier verschillende plaatsen moeten gerangeerd worden," gaf hij daarbij als voorbeeld. "Dan zou het probleem van de mobiliteit al in grote mate kunnen opgelost zijn."