Amerikaanse staten wel Kyoto-bewust

Omdat de Amerikaanse president George W. Bush geen maatregelen wil opleggen om de uitstoot van broeikasgassen te beperken, hebben een aantal staten besloten om eigenhandig initiatief te nemen. Milieuverenigingen hopen dat die actie ook andere staten over de streep zal kunnen trekken.

In een aantal Amerikaanse staten begint men zich stilaan behoorlijk zorgen te maken over het broeikaseffect. Negen noord-oostelijke staten maakten afspraken rond het terugdringen van de kooldioxide-uitstoot door elektriciteitscentrales. Eerder al besloten 130 Amerikaanse steden de normen van het Kyoto-protocol te zullen naleven.

Het plan legt de uitstoot van broeikasgassen vast op het huidige niveau en stelt dat het in 2020 met nog eens 10 procent gereduceerd moet zijn. Daarmee gaat men weliswaar iets minder ver dan het Kyoto-protocol. Dat voorziet voor de Verenigde Staten een reductie van 7 procent ten opzichte van 1990.

Milieuorganisaties tonen zich voorzichtig tevreden met met het initiatief. Robert Moore van Environmental Advocates of New York noemt de doelen niet erg ambitieus, maar hoopte wel dat andere staten op die manier over de streep getrokken zouden kunnen worden om ook mee te doen. Californië, Oregon en Washington hebben inmiddels inderdaad hun medewerking toegezegd.

Californië wil verder gaan dan de originele afspraken. De staat hoopt in 2020 de uitstoot te hebben teruggebracht tot het niveau van 1990 en in 2050 naar 85 procent. De staat besloot in 2002 ook om de uitstoot van schadelijke stoffen door auto's aan banden te leggen. Oregon en Washington zouden gelijkaardige maatregelen willen nemen.

Het Witte Huis reageert voorzichtig. James Connaughton, adviseur van Bush op het gebied van milieu, zei stelde blij te zijn met alle pogingen om broeikasgassen terug te dringen. Maar hij voegde eraan toe dat het gebruik van nieuwe, meer
efficiënte technologie een betere benadering is dan verplichte reducties die de toch al hoge energierekeningen alleen maar verder laten stijgen.